top of page

Anorexia is een woord waar we liever ver van weg blijven. Logisch. Want het is een van de meest complexe en kwetsbare aandoeningen op het gebied van voeding en mentale gezondheid. In Nederland zien we niet alleen een groei in het aantal mensen met eetstoornissen sinds de coronacrisis, maar ook een toename in de ernst van de problematiek. Anorexia is en blijft de meest dodelijke psychiatrische ziekte.

Voor mij is anorexia niet alleen een abstract begrip; het is een deel van mijn leven. Al 33 jaar draag ik dit woord met me mee, eerst als ervaringsdeskundige en de laatste 15 jaar als begeleider van anderen. In deze lezing deel ik mijn persoonlijke verhaal – van een meisje van 39 kilo tot een vrouw die haar passie vond in het verbinden van buik en brein en het begeleiden van anderen naar een gezonder leven.

 

Vroeger als baby had ik veel eczeem, huilde ik veel en had ik last van mijn darmen. Ik had een enorm opgezette buik en dit kabbelde zeker door tot mijn tienerjaren. Toen ik 10 jaar was, waren de klachten er nog steeds. Sterker nog, er was extreme rugpijn en gewrichtspijn bij gekomen. Elke keer als mijn moeder even weg was of naar de voordeur liep, rende ik stiekem naar de keuken. Ik deed de snoeptrommel open en pakte een hele hand vol. Ik weet het nog goed: de combinatie van pepermuntballen en drop. Het was een heerlijke combinatie.

​

Beetje bij beetje werd ik zwaarder. Terwijl mijn moeder heel gezond aan het koken was (achteraf dus niet zo gezond als we toen dachten), kwam ik per week wel een kilo aan. Mijn ouders begrepen er niks van. In groep acht was ik het zwaarste meisje van de klas. Ik had genoeg vriendinnetjes en werd ook niet gepest. Hoe kon dit? Ik was blij dat ik naar de mavo kon in ons dorp. Veel vriendinnen gingen mee. Wat een mooie tijd moest worden, liep uit in een marathon met mezelf.

​

In de eerste klas had ik namelijk bedacht om te gaan afvallen. En dat werden geen vijf kilo... nee, er gingen 30 kilo af. Elke ochtend stond ik een uur eerder op dan mijn ouders en dacht iedereen dat ik al had gegeten. Dit was niet de enige smoes. Iemand die dit 'probleempje' heeft, is heel goed in een smoes verzinnen. Alle ziektes passeren de revue. En geen enkele kwam er uit. Ik wist wel beter... Maar ik had geen klachten meer. Dus voor mij was er geen probleem. Toen nog niet.

​

Net zoals het monster. Want zo noemde ik mijn anorexia. Het monster dat constant op mijn schouders zat, bepalend wat ik moest doen of juist wat ik niet mocht doen. Het monster dat heel mijn leven beheerste. En dan bedoel ik niet enkel over eten. Nee, elke stap die ik deed of elk woord dat ik zei, was besloten door het monster. En als je geen controle meer hebt over je leven, is de makkelijkste uitvlucht om controle te krijgen over je eten. Dacht ik...

​

Tot ik op een dag bij mijn huisarts was. Deze huisarts was de vader van een vriendje en vriendinnetje. Hij vroeg het recht in mijn gezicht. "Heb je anorexia?" Ik kon niks anders antwoorden dan "Ja!" Ik was eigenlijk opgelucht. Ik hoefde niet meer stiekem te doen. Het was klaar. Over en uit. Ik keek naar links, in de ogen van mijn vader. Ik wist dat ik moest gaan knokken. Niet alleen voor hem, maar vooral voor mezelf. Vanaf dat moment stond mijn leven helemaal op zijn kop. Elke vrijdag was er de strijd met de weegschaal. 64 kilo was het streefgewicht dat mijn ouders voor ogen hadden. Op dat moment had ik geen één monster in mijn ogen, maar wel drie! Achteraf drie monsters die mijn redding waren. Toch wist ik dat ik dit moest doen. Want er was maar één andere uitweg: doodgaan. En dat wilde ik niet. Ik ging in therapie. Heel lang in therapie.

​

Ik moet zeggen dat als ik toen wist wat ik nu weet, deze weg nooit zo lang had hoeven te zijn. Achteraf bleken mijn lichamelijke klachten ook een medeoorzaak te zijn van mijn eetstoornis. Gelukkig ben ik later de juiste persoon tegengekomen en begon mijn reis aan jarenlange studie waar ik nu probeer mijn ervaring en expertise over te brengen. In mijn jaren van studie heb ik zoveel mogelijk verbanden leren leggen. Daar ben ik dankbaar voor.

​

Een verslaving zit nooit enkel tussen je oren. Dat heb ik wel geleerd. Ik kijk dan ook naar alle systemen. Zowel in het lichaam als in het brein. Ja, darmen&overtuigingen kunnen toch echt een match samen zijn😊.

We hebben het vaak over de gevolgen van het lichaam op het moment dat iemand anorexia of boulimia heeft. Maar heel vaak horen we niet dat het zomaar kan zijn dat een ontregeld lichaam een mede-oorzaak is van een eetstoornis. Natuurlijk liggen er onwijs veel psychische oorzaken ten grondslag, maar het is tijd om buik & brein samen te voegen. Als we dus de oorzaak willen achterhalen van onze klachten of willen weten waarom we een eetstoornis hebben, dan kunnen we eindeloos zoeken en graven. Maar we weten allang dat er verschillende oorzaken zijn en dat meerdere factoren invloed hebben op het ontwikkelen van een eetstoornis. Daarom is het belangrijk om op een holistische manier naar alle gebieden in jouw leven te kijken en deze met elkaar in balans te brengen. Door al deze factoren mee te nemen, in plaats van slechts één specifieke klacht of symptoom, richten wij ons op heel je systeem én zo is je kans op herstel het allergrootst.

​

En het monster? Die komt af en toe nog eens op mijn schouder zitten als ik weer even niet luister naar mijn eigen systeem. Hij is daarom ook mijn beste vriend geworden. Want hij komt mij niks afpakken. Alleen iets vertellen. Ik moet enkel luisteren…

​

bottom of page