top of page
Zoeken

Als je heel hard gelooft komen dromen uit!

"Anka, hoe ben je zover gekomen?" Ik kan eigenlijk niet meer voorstellen dat ik ook was, waar ik was. Maar ik ontarm het ontzettend. Als ik dat niet had gehad, was ik niet waar ik nu ben. Dat is een omdenker:).


Wellicht is het goed te vertellen waar ik stond en waar ik sta. En dit bevestigt wederom dat dromen uit kunnen komen! Hoe een monster je vriend kan worden? Ik was een jaar of 9. Elke keer als mijn moeder even weg was rende ik stiekem naar de keuken. Ik deed de snoeptrommel open en pakte een hele hand vol. Ik weet het nog goed; een combinatie van pepermuntballen en drop. Stukje bij beetje werd ik zwaarder. Terwijl mijn moeder heel gezond kookte, kwam ik per week wel een kilo aan. Mijn ouders begrepen er niks van. In groep acht was ik het zwaarste meisje van de klas. Op dat moment was dat niet erg; ik had genoeg vriendinnetjes en werd ook niet gepest.

Ik was blij dat ik in ons dorp naar de mavo kon. Veel vriendinnen gingen mee. Maar wat een mooie tijd moest worden werd een vreselijke periode.

In de eerste klas had ik namelijk bedacht dat ik wilde afvallen. Dat lukte, en hoe. Er ging wel 30 kilo af en uiteindelijk woog ik nog maar 41 kilo! Maar de manier die ik daarvoor koos was verre van gezond. Elke ochtend stond ik een uur eerder op dan mijn ouders, zodat zij dachten dat ik al had gegeten. En dit was niet de enige smoes. Want iemand die te maken heeft met deze problematiek wordt heel goed in het verzinnen van smoezen en excuses.


Men vroeg zich af wat er met me aan de hand was. Allerlei ziektes kwamen aan bod, maar uit onderzoeken kwam niets naar voren. Wat was het dan?

Ik wist het wel... het was het monster. Want zo noemde ik mijn anorexia. Het monster dat constant op mijn schouders zat, dat bepaalde wat ik moest doen of juist moest laten. Het monster dat heel mijn leven beheerste. En dan bedoel ik niet alleen het eten. Nee, elke stap die ik zette, elk woord dat ik zei, het werd allemaal bepaald door het monster. En als je geen controle meer hebt over je leven, waar heb je dan nog wél controle over? Over je eten.

Tot ik op een dag bij mijn huisarts was. Deze huisarts was de vader van een vriendje en vriendinnetje. Hij vroeg het recht op de man af. "Heb je anorexia?"

Ik kon niks anders antwoorden dan: “Ja!"

Eigenlijk was ik vooral opgelucht. Ik hoefde niet meer stiekem te doen. Het was klaar. Over en uit. Ik keek in de ogen van mijn vader en ik wist dat ik moest gaan knokken. Niet alleen voor hem maar vooral voor mezelf.

Vanaf dat moment stond mijn leven helemaal op zijn kop. Elke vrijdag was er de strijd met de weegschaal.

64 kilo was het streefgewicht dat mijn ouders voor mij voor ogen hadden. En op dat moment had ik voor mijn gevoel niet één, maar wel drie monsters.Toch wist ik, dat ik dit moest doen. Want er was maar een andere uitweg: dood gaan. Een dat wilde ik niet.

Dus ik ging in therapie.

Het monster was er nog steeds. Ook toen ik de weegschaalwijzer op 64 kilo zag staan en mijn doel was bereikt.

Iedereen was blij.

Behalve ik.

Daar stond ik dan. De controle helemaal kwijt. Machteloos.

In die tijd leerde ik John kennen. Even was er een opleving van levensvreugde. Ik was verliefd en kon de wereld aan.

Ik werd toegelaten tot de Hotelschool, wat was ik trots! Maar al na vier maanden kwam ik erachter dat ik daar helemaal niet op mijn plek was.

Dus daar stond ik dan weer, met lege handen. Zoveel vrienden om mij heen en toch voelde ik mij eenzaam. En anders.

Wat was het toch dat iedereen blij was en de kroeg in ging? Ik vond niks leuk. Ik deed het allemaal wel, maar genieten kon ik niet.

Toch ging ik verder op zoek naar het geluk. Ik ging samenwonen, trouwen, kreeg kinderen, volgde een studie en startte verschillende bedrijven.

En al die jaren zocht ik verder.

Ik zocht en zocht en zocht, tot ik opeens, ik was 33 jaar oud, tot een groot en belangrijk besef kwam: dat het echte geluk nergens anders te vinden was, dan in mijzelf.

Ik kwam tot dit inzicht na mijn depressie na de geboorte van mijn dochter Pien en het plotselinge overlijden van mijn vader. Dat ik niemand de schuld kon geven, van de 'fouten' die ik had gemaakt in mijn leven, was mij in 1 klap helder.

Maar ook dat ik mijzelf niet constant de schuld moest geven.

Dit inzicht werd nog extra bevestigd door de opleidingen die ik volgde (en nog steeds volg). Ik leerde over disbalans in darmen en over hormonen. Ik leerde over intoleranties en de effecten van voedingsstoffen. En daardoor werd voor mij alles duidelijk.

Ik sta waar ik nu sta in mijn leven door keihard te werken, door het bewust letten op voedingsstoffen en de effecten daarvan op mijn lichaam, door het reduceren van stress en het zoeken naar hulp.

De anorexia is al 22 jaar weg. En sinds een jaar of vier kan ik ook oprecht zeggen dat ik voor honderd procent van het leven geniet. En dat voelt geweldig.

Of de weegschaal 60 kilo aantikt of 61 kilo; het zal mij worst wezen. Gewicht is zoiets relatiefs. Gezond leven en je goed voelen heeft lang niet alleen met de weegschaal te maken, maar met zoveel meer.

Twee jaar geleden heb ik het monster een brief geschreven. Ik heb hem bedankt. Want zonder hem was ik niet zo wijs geworden. Door deze ziekte heb ik het mooiste vak kunnen leren zodat ik de juiste hulp kan bieden.

Ik heb mijn ziek zijn van vroeger omarmd en ben het monster niet meer gaan zien als vijand maar als vriend.

Eentje die heel ver weg woont en op sommige momenten even terug komt. En wanneer dat gebeurt en hij mij ineens weer wat influistert, ben ik zo sterk dat ik tegen hem kan zeggen: "Beste vriend, je bent een toffe peer en ik luister naar je, maar ik doe wat ík denk dat goed is."

Dan blijft hij nog een paar dagen logeren en op het moment dat hij voelt dat hij echt te veel is in dit toch al volle huis, vertrekt hij weer.

"Dag monster", zeg ik dan, "dag vriend", tot de volgende keer!

Soms denk ik wel eens: ik wou dat ik toen wist wat ik nu weet. Dan was deze weg misschien niet zo lang geweest.

Het is als een cirkel waar je maar in blijft ronddraaien. Instinctief heb ik altijd geweten dat niet alleen mijn geest in de war was, maar ook mijn lichaam. Want achteraf bleek er een direct verband te zijn met mijn eczeem, mijn darmproblemen en mijn reumatische klachten.

Daardoor weet ik nu dat een persoon die met een eetstoornis of psychische aandoening kampt niet alleen in psychisch, maar ook in fysiek opzicht behandeling nodig heeft.

Mijn persoonlijke ervaringen, mijn opleiding tot orthomoleculair therapeut en mijn kennis van wetenschappelijk onderzoek op dit gebied maken dat ik mensen met klachten als deze nog beter kan helpen.

Ja, ik ben een gelukkig mens!

En wat gun ik iedereen dit geluk. De schrijnende verhalen die ik lees, het anorectische meisje dat ik hier wekelijks in het dorp zie lopen, de klanten die bij mij komen of wanneer ik hoor dat iemand zijn monster niet als vriend kan gaan zien… dat alles maakt dat ik mijn missie des te sterker voel.

En daarom deel ik mijn verhaal. Al is er maar 1 iemand die hierdoor aan de bel trekt, dan is mijn missie al geslaagd.

Want, geloof mij: er is een uitweg. Er is hulp.

En jij kunt dit ook! Als je weet dat je het waard bent, kun je alles aan. Met de juiste hulp kom je ver en kun je bereiken wat je maar wil. Liefs, Anka





bottom of page